Beschrijving praktijkprobleem
Aan de hand van de 5xW + H + W methode van van der Donk en van Lanen wordt het praktijkprobleem beschreven (Donk & Lanen, 2020 p. 109-118).
- Wat is het probleem?
Het onderzoek wordt uitgevoerd in unit 2 (groep 4/5/6) waarbij de onderzoeker zich richt op de kinderen van groep 4. Deze groep bestaat uit 25 kinderen waarvan 11 van deze kinderen problemen hebben met het handschrift. In groep 3, eind unit 1, hebben de kinderen bij de start van schooljaar 2021-2022 handschriftonderwijs ontvangen volgens het blokschrift. Er is gekozen voor het blokschrift om de klank-tekenkoppeling beter te laten verlopen. Deze keuze is gemaakt naar aanleiding van de theorie van ’Zin in lezen’ (Pompert, 2018). Vanaf januari tot het einde van het schooljaar hebben de kinderen handschriftonderwijs genoten volgens het verbonden schrift. Het schrijfonderwijs dat de kinderen in die periode hebben gehad bestond uit het schrijven van de losse letters volgens het verbonden schrift (persoonlijke communicatie, leerkracht unit 1, december 2022). Het probleem waar de kinderen op dit moment tegenaan lopen, is dat het handschrift in het verbonden schrift onvoldoende is ontwikkeld dan wel geautomatiseerd. Tijdens observaties door onderzoeker is te zien dat kinderen niet de juiste schrijfrichting en startpositie hanteren, verbindingen tussen letters worden verkeerd of niet gemaakt, spatiering tussen woorden ontbreekt en blok- en schrijfletters worden door elkaar gebruikt. Dit resulteert in een schrift dat onverzorgd en in sommige gevallen zelfs zeer slecht leesbaar is. In gesprek met de leerkrachten van unit 2, worden deze bevindingen bevestigd (persoonlijke communicatie, leerkrachten unit 2, december 2022).
- Wie heeft met het probleem te kampen?
Voor het uiteen zetten wie er met het probleem te maken hebben is er een belanghebbendenschema opgesteld. In de toelichting wordt aangegeven wat de belanghebbende ervaart bij het probleem. Het belanghebbendeschema is onderaan deze pagina terug te vinden. (Persoonlijke communicatie directie, leerkrachten unit 2 en kinderen unit 2 groep 4, januari 2023)
- Wanneer en Waar treedt het probleem op?
Het probleem treedt dagelijks op wanneer de kinderen bij de verwerking woorden moeten schrijven met potlood of pen. Voorbeelden hiervan zijn tijdens dictee, spelling- en taallessen, lessen handschriftontwikkeling en de lessen kernconcepten (wereldwijslessen). Samengevat, bij alle activiteiten waarbij geschreven dient te worden.
- Waarom is het een probleem?
Het probleem heeft vooral invloed op de effectiviteit van onderwijstijd. Dit doordat de leerkrachten meer tijd kwijt zijn aan het corrigeren van het handschrift, het tempo lager dan gemiddeld ligt en leerkrachten zijn meer tijd kwijt aan het goed houden van de sfeer in de groep. Leerkrachten geven ook aan dat het handschrift niet altijd verbonden is en dat het verbonden schrift en blokschrift dus door elkaar gebruikt wordt. Dit maakt de leesbaarheid van het handschrift lastig. Voor de kinderen is het missen van onderwijstijd eveneens negatief. Bij langdurig missen van onderwijstijd heeft het effect op de cognitieve ontwikkeling. Voor zowel de kinderen, de leerkrachten als de school is het nadelig dat er door onleesbaarheid onterecht antwoorden fout worden gerekend. Voor de leerkrachten en kinderen heeft dit een effect op de vertrouwensband tussen beiden. Voor de school zijn de onterechte fouten nadelig op de schoolresultaten. Enkele leerlingen gaven aan zelf moeite te hebben met het teruglezen wat zij geschreven hadden en/of hierdoor minder gemotiveerd zijn om te schrijven. Fysieke klachten worden niet ervaren door het probleem (persoonlijke communicatie kinderen groep 4 en leerkrachten unit 2, januari 2023).
Voorgaande komt niet overeen met de einddoelstelling die gesteld is door Baauw- van Vledder e.a.: ´De leerlingen zijn in staat afhankelijk van het doel leesbaar, vlot en verbonden te schrijven en verzorgd te schrijven met aandacht voor beeldende elementen’ (Baauw- van Vledder e.a., 2000, p. 17). Deze doelstelling wordt door de onderzoeksgroep niet behaald.
- Hoe is het probleem ontstaan?
In gesprek met leerkrachten unit 1 kwam naar voren dat naar hun mening de tijd die gegeven is aan het schrijfonderwijs in het verbonden schrift, te weinig is geweest. Alle letters en verbindingen zijn aangeboden, maar de inoefentijd is te kort geweest. Hierdoor hebben de kinderen minder de tijd gehad om de letters en verbindingen voldoende te automatiseren. De overgang van blokschrift naar verbonden schrift is in de ogen van de leerkrachten soepel verlopen, alle letters in het blokschrift zijn aangeboden geweest en werden door minstens 80% van de kinderen beheerst. Dezelfde leerkrachten geven aan dat de motorische voorwaarden bij de kinderen op het moment van aanbieden voldoende waren. Wel met de kanttekening dat hier meer aandacht aan gegeven dient te worden. Dit is een onderdeel dat de leerkrachten binnen unit 1 zelf gaan aanpakken en meer onderdeel gaan maken van het lesprogramma.
Uit navraag bij de huidige leerkrachten van de groep 4 kinderen in unit 2, blijkt dat er duidelijk naar de kinderen gecommuniceerd wordt dat er verwacht wordt dat er met het verbonden schrift geschreven wordt. Dit bij alle activiteiten waarbij geschreven dient te worden. Dit wordt ook telkens herhaald tijdens de lessen en ook individueel met kinderen die onverhoopt soms terugvallen in het blokschrift (persoonlijke communicatie, leerkrachten unit 1 en 2, januari 2023).
- Wat is er bekend over de oplossing voor het probleem?
Tijdens de schrijflessen worden de kinderen momenteel onderwezen via methode Pennenstreken, werkboekje verbonden schrift 4A. De aandacht ligt op het aanleren van de hoofdletters in het verbonden schrift, het automatiseren van de kleine letters in het verbonden schrift en het automatiseren van de verbindingen tussen letters. Dit gebeurt éénmaal per week voor 20 minuten. De groep kinderen waaruit is gebleken dat ze moeite hebben met het handschrift, krijgen eenmaal per week extra begeleiding voor 25 minuten. Deze extra begeleiding bestaat uit herhaling van de instructie van de aangeboden letters in die week, extra oefening van deze letters en het maken van schrijfpatronen. Na de kerstvakantie zijn de activiteiten veranderd. De aandacht ging naar de motorische ontwikkeling doormiddel van spel. Deze activiteiten waren in eerste instantie gericht op de grove motoriek, denk hierbij aan hinkelpaden en balanceren. Geleidelijk zijn deze activiteiten overgegaan naar activiteiten voor fijn motorische ontwikkeling. Bij fijn motorische activiteiten moet gedacht worden aan doppen op en van flessen draaien, kralen rijgen en met een pincet kleine voorwerpen oprapen. De gekozen activiteiten zijn bedacht vanuit ervaring van de leerkrachten en derhalve niet op theorie gebaseerd of methodisch onderbouwd. De interventies hebben niet tot het gewenste resultaat geleid (persoonlijke communicatie, leerkrachten unit 1 en unit 2, juni 2023). Meer over mogelijke oplossingen voor het praktijkprobleem wordt behandeld in literatuurstudie.